De Britse overheid moet luid en duidelijk aangeven dat ze niet van plan is de toegang tot de gemeenschappelijke Europese markt op te geven.
Dat stelden vertegenwoordigers van het Britse bedrijfsleven zaterdag in een reactie op groeiende zorgen over een ‘harde Brexit’, die kan leiden tot handelsbarrières tussen de Britten en de EU.
In maart 2017 wil May officieel starten met de onderhandelingen over het vertrek uit de Europese Unie. Daarbij lijkt het verkrijgen van controle over migratie prioriteit te hebben boven het behoud van het lidmaatschap van de interne, Europese markt.
Als het Verenigd Koninkrijk geen onderdeel blijft van de interne markt, verliezen Britse financiële bedrijven automatisch het zogenoemde ‘paspoortrecht’ waarmee ze onbelemmerd kunnen opereren in andere Europese landen. Dat zou een enorme klap betekenen voor Londen als financieel centrum.
Ook voor hoofdkantoren van multinationals in het VK met dochterbedrijven in andere EU-landen is het verlies van het lidmaatschap van de interne markt om fiscale redenen ongunstig.
"We zouden graag zien dat de zwartste scenario's op dit vlak worden uitgesloten'', zei directeur Carolyn Fairbairn van werkgeversclub CBI tegen de BBC. "Dat is urgent, met het oog op investeringsbeslissingen die nu worden genomen."
De zorgen over een harde Brexit zetten de waarde van het pond de afgelopen dagen stevig onder druk. Die koersval culmineerde in de mysterieuze 'flash crash' van vrijdag. In een reactie op die plotselinge, kortstondige keldering van het pond zei de Britse minister van Financiën Philip Hammond dat alle opties rond de Brexit nog op tafel liggen.